Selecteer een pagina
 Polyzoom Header Praktijk voor kind, jeugd en gezin

Cognitieve problemen (2A3)

16 feb 2016 | Klachten en Problemen (2A)

Auteur: T.B. Eisenga
Laatste Update: 03-06-2016

Denken – Voelen – Doen: De activiteiten van de mens zouden kunnen worden ondergebracht in een driedeling ‘Denken, Voelen en Doen’ (waarbij ‘Doen’ verwijst naar ‘Gedrag’ en ook wel eens aangeduid wordt met woorden als ‘Willen’ of Handelen’)

Ad-1: Denken: Dit hoofdstuk gaat over het eerste aspect: ‘Denken’ ofwel ‘Cognitie’, als functie van de hersenen waar van alles mee aan de hand kan zijn.

LEES MEER …

  • Cortex ofwel Grote Hersenen: Het gaat dan mn om het functioneren van de grote hersenen, ook wel ‘Cortex’ genaamd, waar tientallen, zo niet honderden functies zitten als taal, spraak, lezen, rekenen, concentratievermogen, planning- en organisatie, geheugen, intelligentie, motoriek, etc.
    .
  • Probleemoplossend vermogen: Eigenlijk allemaal zaken die je nodig hebt om allerlei dagelijkse taken te verrichten en praktische problemen op te lossen, bijv. op school.
    .
  • Allerlei gespecialiseerde deelgebiedjes: Omdat er zo ontzettend veel cognitieve functies bestaan waar van alles mee aan de hand kan zijn, houden ook heel veel mensen zich daarmee bezig die allemaal gespecialiseerd zijn op een specifiek gebiedje (met het risico van versnippering):
    .

    • Zo heb je dyslexiedeskundigen, mensen die alles weten van dyscalculie of van andere specifieke leerproblemen, logopedisten die zich met taal-/ spraakproblemen bezig houden, mensen die heel veel weten van verstandelijke beperkingen, allerlei onderwijsmethoden, etc. etc.
      .
  • We kunnen al die verschillende deelgebiedjes hier natuurlijk niet allemaal behandelen want elk gebied zou een eigen boek of website nodig hebben.
    .
  • Symptoom of ziekte: En hoewel het natuurlijk wel voorkomt dat iemand op een zo’n gebiedje uitvalt (elders op deze website aangeduid met de term ‘Specifieke Ontwikkelingsstoornis’) en op alle andere gebieden goed functioneert, blijkt dat in de praktijk toch zelden het geval en uitval op een gebiedje vaak een symptoom te zijn van een minder goed functionerende/ ontwikkelde onderliggende cognitieve functie, die vaak ook wel op andere gebieden merkbaar is, maar daar misschien een minder essentiële rol vervult of gedeeltelijk wordt gecompenseerd/ gecamoufleerd door een andere cognitieve functie die wel (extra) goed is ontwikkeld, waardoor deze minder opvalt.
  • Boommetafoor: Meestal zijn zgn. specifieke cognitieve dysfuncties bij nader inzien dus toch vaak minder geïsoleerd als dat ze aanvankelijk leken maar uitingen van een breder probleem, ongeveer te vergelijken met de bladeren van een boom die allemaal aan takken hangen, die weer samen komen in grotere takken en uiteindelijk allemaal te herleiden zijn tot de stam.
    .

    • Natuurlijk heeft het wel zin om op het niveau van de bladeren van alles te proberen, zeker naarmate er minder aanwijzingen zijn voor problemen op het niveau van de takken, maar toch is het in onze overtuiging van belang je niet blind te staren op de bladeren, maar oog te houden voor het geheel, dwz te blijven proberen het probleem van de bladeren binnen een zo groot mogelijk verband te plaatsen (takken of de stam) en om in de boommetafoor te blijven, de wortels, de hoeveelheid water en voedingsstoffen, de andere bomen in het bos en zelfs het klimaat bij het geheel te betrekken.
  • Geassocieerde problemen: Zo blijkt een probleem vrijwel nooit alleen te komen en kinderen met dyslexie toch ook vaak last te hebben van bijv. concentratieproblemen (ADHD) (en andersom), planningsproblemen, impulsiviteit, een beperkte taakgerichtheid, sociale problemen, etc. etc.
    .

    • Overlap: M.a.w. als cognitieve problemen voorgesteld worden als cirkeltjes blijken er maar heel weinig cirkeltjes te bestaan die geen enkele overlap hebben met andere cirkeltjes.
      .
  • Waar anderen zich vooral richten op de bladeren, proberen wij ons vooral te richten op de takken en de rest van de boom en zaken die zich op het niveau van de takken bevinden zijn bijv. ADHD, waarnemingen- en denkproblemen, etc. …….
    .

    • (… en hoewel wij daarmee suggereren dat wij op een fundamenteler niveau bezig zouden zijn dan ‘bladerspecialisten’, realiseren wij ons dat dat ook maar een aanname/ visie is en iedere andere deelspecialist (bijv. een dyslexiedeskundige) net zo goed de neiging zal hebben om zijn deelgebiedje te beschouwen, als zou dat zich op het niveau van de takken of zelfs de stam, bevinden en daarmee aan de basis te liggen van alle andere eventueel aanwezige problematiek …).
      .
    • Een kwestie van visie dus waar we u niet verder mee lastig zullen vallen maar waarvan het wel goed is dat u het weet om eventueel tegenstrijdige verklaringen te kunnen plaatsen. Zo lang we ons maar bewust blijven van onze eigen subjectieve overtuigingen en blinde vlekken kan het niet zoveel kwaad en kunnen onze verschillende visies elkaar hopelijk onderling ‘bevruchten’ en wij elkaar inspireren om gezamenlijk dichter bij de waarheid te komen.
      .
    • Net zoals het toch ook goed is voor u om te weten dat wij dus vanuit een systemisch en ontwikkelingspsychologisch perspectief naar problemen kijken en meer geneigd zijn naar de bomen en het bos te kijken dan naar de bladeren.
      .
    • Samenwerking: We werken als ‘boomspecialisten’ en ‘bosbouwdeskundigen’ dan ook veel samen met bladerspecialisten die allerlei dingen weten en kunnen die wij niet in huis hebben en andersom.
      .
  • Psychotische stoornissen: Andere cognitieve functies waar iets mee aan de hand kan zijn, betreffen het denken en het waarnemen. Beide belangrijke functies om in te kunnen schatten of iets echt (objectief) is of niet (subjectief) en dus om samen met anderen in de-zelfde en dus gedeelde) realiteit te blijven.
    .
  • M.b.t. het denken onderscheiden we formele en inhoudelijke denkstoornissen:
    • Formele denkstoornissen gaan over de vorm van het denken. Het kan bijv. te traag of te snel zijn, te associatief, dwz te veel alle kanten opschieten zonder dat er een lijn in zit, etc.
      .
    • Inhoudelijke denkstoornissen gaan over de inhoud van het denken en dan hebben we het over waandenkbeelden (bijv. dat men achter je aan zit, dat men je wil vergiftigen, dat er microfoontjes in de stopcontacten zitten, dat je een speciale missie heeft, bijv. om de wereld te redden, dat je over speciale bovennatuurlijke krachten beschikt, etc.).
      .
  • Normale werking van de zintuigen: Normaliter is het zo dat als er licht op je netvlies in je oog valt of geluid je trommelvlies in trilling brengt, dat in de hersenen resulteert in de ervaring van dat je resp. iets ziet of hoort.
    .
  • Ingebeelde zintuigindrukken: I.g.v. een waarnemingsstoornis komt er in de hersenen geen signaal binnen via een zintuig en dus van buiten maar van binnen (doordat de hersenen die zintuigsignalen zelf produceren), maar denken de hersenen toch dat ze afkomstig zijn van een zintuig en dus de buitenwereld. In dergelijke gevallen spreken we van een hallucinatie.
  • Soorten hallucinaties: Hallucinaties worden vernoemd en ingedeeld naar de 5 betreffende zintuigen:
    .
  • Auditieve/ Akoestische hallucinaties: Als de hersenen ‘denken’ dat er een geluidsignaal binnenkomt via je oren dan spreekt men van auditieve of akoestische hallucinaties (Meest voorkomend; 10% van de mensen schijnt regelmatig stemmen te horen zonder dat dat een pathologische betekenis heeft).
    .
  • Visuele hallucinaties: Denken ze dat er informatie binnenkort vanuit de ogen dan spreekt men van visuele hallucinaties. (Vaker voorkomend bij lichamelijke/ biologische oorzaken van ontregeling van de hersenen, drugs, delier, etc.).
    .
  • Overige hallucinaties: Denken ze dat er informatie binnenkomt via de neus, (een bepaalde reuk), de smaakpapillen op de tong (een smaakgewaarwording) of de huid (dat men aangeraakt wordt), dan spreekt men van resp. ‘Olfactorische’, ‘Gustatorie’ en ‘Tactiele’ hallucinaties. Alle drie minder vaak voorkomend en dan meestal in het kader van schizofrenie.
    .
  • Schizofrenie:
    Een diagnose waar een sfeer van onduidelijkheid over heen hangt, deels omdat het een verzamelbegrip is van allerlei problemen (waarvan we niet zeker weten hoe specifiek ze zijn, dwz bij elkaar horen en of ze een gemeenschappelijk onderliggende oorzaak hebben) en die bovendien in ernst variëren van zeer licht tot zeer ernstig, maar met als gemeenschappelijke kenmerk terugkerende psychotische periodes (lees: wanen en hallucinaties waardoor het contact met de realiteit, zoals die door de meeste mensen wordt ervaren, tijdelijk verloren gaat).
    .
  • In feite is schizofrenie een aangeboren geneigdheid om igv stress te reageren met psychose.
    .
  • Eenmalige psychose: Iedereen kan wel eens een keer psychotisch worden, zeker bij gebruik van drugs of het doormaken van een lichamelijke ziekte waarbij we het dan een delier noemen. (Volgens die definitie is ijlen igv koorts dus ook een delier en dus een psychotisch fenomeen).
    .
  • Dat betekent dus nadrukkelijk niet dat men bij zo’n eenmalige psychose al meteen aan schizofrenie zou moeten denken.
    .
  • Verdacht voor schizofrenie: Anders wordt dat als het al vaker is gebeurd, als het in de familie voorkomt en een bepaald typisch beloop heeft.
    .

    • (Een relatief normale levensloop met een stagneren van de ontwikkeling in de adolescentie met terugtrekken uit sociale contacten, omkering slaap-waakritme, prikkelbaarheid, achterdocht, maatschappelijk niet meer meedoen, etc. en een eerste psychose rond het 20e levensjaar).
      .
  • Positieve en negatieve symptomen: Een relevant onderscheid betreft nog de zgn. ‘positieve’ symptomen en ‘negatieve’ symptomen. Een wat merkwaardige benaming maar de woorden positief en negatieve hebben niets te maken met een waardeoordeel.
    .

    • Onder positieve symptomen worden symptomen verstaan die er wel zijn maar er normaliter niet horen te zijn. Bijv. wanen en hallucinaties.
      .
    • Negatieve symptomen zijn juist symptomen die er niet zijn maar er normaliter wel zouden moeten zijn, zoals motivatie, ambitie, taakgerichtheid, zelfverzorging, zelfredzaamheid, etc. (en dan dus het ontbreken daarvan).
      .
  • Behandelbaarheid:
    .
  • Positieve symptomen springen meer in het oog, hebben vaak iets te maken met een teveel aan dopamine in bepaalde delen van de hersenen en zijn gemakkelijker te behandelen, bijv. met antipsychotica. Middelen die de receptoren (aangrijpingspunten) voor dopamine in de hersenen blokkeren, waardoor de dopamine minder aangrijpingspunten heeft en dus minder kan werken.
    .
  • Negatieve symptomen vallen minder op, zijn vroeger ook vaker over het hoofd gezien, maar zijn in feite minstens zo bepalend voor de mate waarin iemand door zijn ziekte wordt beperkt (invaliditeit). Helaas zijn negatieve symptomen hardnekkiger en moeilijk te behandelen dan positieve symptomen.
    .
  • De prognose van een psychotische stoornis zal dus (naast ernst en frequentie van de symptomen, motivatie voor behandeling, therapietrouw, kwaliteit van 1e en 2e milieu, etc.) vooral ook afhangen van de nadruk die ligt op de positieve dan wel negatieve symptomen. Een zeer complexe stoornis en niet voor niets binnen de psychiatrie een vak apart.
    .
  • Second Opinion: Vanwege deze complexiteit, de mogelijke ernst en de verregaande consequenties voor de behandeling van een dergelijke diagnose, hebben wij de gewoonte om bij een vermoeden van het bestaan van en dergelijke stoornis, een second opinion aan te vragen en de definitieve diagnose en behandeling over te laten aan een terzake deskundige collega werkzaam binnen een gespecialiseerde afdeling van de volwassenen psychiatrie.
    .
  • Verwijzing naar gespecialiseerde GGZ instellingen in de regio: Hetzelfde geldt voor de andere ‘Major Depressive Disorders’ ‘Bipolaire stoornis’ (ook wel Manisch Depressieve Stoornis genaamd) en tegenwoordig ook voor Eetstoornissen en ernstige dwangstoornissen, waar inmiddels zeer gespecialiseerde collega’s in de regio mee bezig zijn en wiens expertise wij u niet willen onthouden.

+++++++++++++++

Bijv. Leerproblemen, Concentratiezwakte, problemen met Planning en Organisatie, Geheugen, etc. 

Denken – Voelen – Doen: De activiteiten van een mens zouden kunnen worden ondergebracht in de driedeling ‘Denken, Voelen en Doen’ (waarbij ‘Doen’ verwijst naar ‘Gedrag’ en ook wel eens aangeduid wordt met woorden als ‘Willen’ of Handelen’)

Ad-1: Denken: Dit hoofdstuk gaat over het eerste aspet: ‘Denken’ ofwel ‘Cognitie’, als functie van de hersenen waar van alles mee aan de hand kan zijn.

Cortex ofwel Grote Hersenen: Het gaat dan mn om het functioneren van de grote hersenen, ook wel ‘Cortex’ genaamd, waar tientallen, zo niet honderden functies zitten als taal, spraak, lezen, rekenen, concentratievermogen, planning- en organisatie, geheugen, intelligentie, motoriek, etc.

Probleemoplossend vermogen: Eigenlijk allemaal zaken die je nodig hebt om allerlei dagelijkse taken te verrichten en problemen op te lossen, bijv. op school.

Allerlei gespecialiseerde deelgebiedjes: Omdat er zo ontzettend veel cognitieve functies bestaan waar van alles mee aan de hand kan zijn, houden ook heel veel mensen zich daarmee bezig die allemaal gespecialiseerd zijn op een specifiek gebiedje (met het risico van versnippering):

LEES MEER …

Zo heb je dyslexiedeskundigen, mensen die alles weten van dyscalculie of van andere specifieke leerproblemen, logopedisten die zich met taal-/ spraakproblemen bezig houden, mensen die heel veel weten van verstandelijke beperkingen, allerlei onderwijsmethoden, etc. etc.

We kunnen al die verschillende deelgebiedjes behandelen hier natuurlijk niet behandelen want elk gebied zou een eigen boek of website nodig hebben.

Symptoom of ziekte: En hoewel het natuurlijk wel voorkomt dat iemand op een zo’n gebiedje uitvalt en op alle andere gebieden goed functioneert, blijkt dat in de praktijk toch zelden het geval.

Boommetafoor: Meestal zijn het uitingen van een breder probleem, ongeveer te vergelijken met de bladeren van een boom die allemaal aan takken hangen, die weer samen komen in grotere takken en uiteindelijk allemaal te herleiden zijn tot de stam.

Natuurlijk heeft het wel zin om op het niveau van de bladeren van alles te proberen, zeker naarmate er minder aanwijzingen zijn voor problemen op het niveau van de takken, maar toch is het in onze overtuiging van belang je niet blind te staren op de bladeren, maar oog te houden voor het geheel dwz te blijven proberen het probleem van de bladeren binnen een zo groot mogelijk verband te plaatsen (takken of de stam) en om in de boommetafoor te blijven, de wortels, de hoeveelheid water en voedingsstoffen, de andere bomen in het bos en zelfs het klimaat bij het geheel te betrekken.

Geassocieerde problemen: Zo blijkt een probleem vrijwel nooit alleen te komen en kinderen met dyslexie toch ook vaak last te hebben van bijv. concentratieproblemen (ADHD), planningsproblemen, impulsiviteit, een beperkte taakgerichtheid, sociale problemen, etc. etc.

Overlap: M.a.w. cognitieve problemen voorgesteld als cirkeltjes blijken er maar heel weinig cirkeltjes te bestaan die geen enkele overlap hebben met andere cirkeltjes.

Waar anderen zich vooral richten op de bladeren, proberen wij ons vooral te richten op de takken en de rest van de boom en zaken die zich op het niveau van de takken bevinden zijn bijv. ADHD, waarnemingen- en denkproblemen, etc. …….

(… en hoewel wij daarmee suggereren dat wij op een fundamenteler niveau bezig zouden zijn, realiseren wij ons dat dat ook maar een aanname/ visie is en iedere andere deelspecialist (bijv. een dyslexiedeskundige) net zo goed de neiging zal hebben om zijn deelgebiedje te beschouwen als zou zich dat op het niveau van de takken of zelfs de stam, bevinden en daarmee aan de basis ligt van alle andere eventueel aanwezige problematiek).

Een kwestie van visie dus waar we u niet mee lastig zullen vallen maar waarvan het wel goed is dat u het weet om eventueel tegenstrijdige verklaringen te kunnen plaatsen. Zo lang we ons maar bewust blijven van onze eigen subjectieve overtuigingen en blinde vlekken kan het geen kwaad en kunnen we elkaar alleen maar bevruchten.

Net zoals het goed is voor u om te weten dat wij dus vanuit een psychiatrisch en ontwikkelingspsychologisch perspectief naar problemen kijken en meer geneigd zijn naar de bomen en het bos te kijken dan naar de bladeren.

Samenwerking: We werken als boomspecialisten en bosbouwdeskundigen dan ook veel samen met bladerspecialisten die allerlei dingen weten en kunnen die wij niet in huis hebben en andersoms.

Psychotisch stoornissen: Andere cognitieve functies waar iets mee aan de hand kan zijn, betreffen het denken en waarnemen. Beide belangrijke functies om in te kunnen schatten of iets echt (objectief) is of niet (subjectief) en dus om in der realiteit te blijven.

M.b.t. het denken onderscheiden we formele en inhoudelijke denkstoornissen:

Formele denkstoornissen gaan over de vorm van het denken. Het kan bijv. te traag of te snel zijn, te associatief, dwz te veel alle kanten opschieten zonder dat er een lijn in zit, etc.

Inhoudelijke denkstoornissen gaan over de inhoud van het denken en dan hebben we het over waandenkbeelden (bijv. dat men achter je aan zit, hem wil vergiftigen, dat er microfoontjes in de stopcontacten zitten, dat iemand een speciale missie heeft, bijv. om de wereld te redden, over speciale bovennatuurlijke krachten beschikt, etc.).

Normale werking van de zintuigen: Normaliter is het zo dat als er licht op je netvlies in je oog valt of geluid je trommelvlies in trilling brengt, dat in de hersenen resulteert in de ervaring dat je resp. iets ziet of hoort.

Ingebeelde zintuigindrukken: I.g.v. een waarnemingsstoornis komt er geen signaal binnen via een zintuig maar denken de hersenen toch dat dat wel het geval is. In dergelijke gevallen spreken we van een hallucinatie.

Soorten hallucinaties: Hallucinaties genoemd en worden ingedeeld naar de 5 betreffende zintuigen:

Auditieve/ Akoestische hallucinaties: Denken de hersenen dat er een geluidsignaal binnenkomt via je oren dan spreekt men van auditieve of akoestische hallucinaties (Meest voorkomend)

Visuele hallucinaties: Denken ze dat er informatie binnenkort vanuit de ogen dan steekt men van visuele hallucinaties. (Vaker voorkomend bij lichamelijke/ biologische oorzaken van ontregeling van de hersenen, drugs).

Overige hallucinaties: Denken ze dat er informatie binnenkomt via de neus, (een bepaalde reuk), de smaakpapillen op de tong (een smaakgewaarwording) of de huid (dat men aangeraakt wordt), dan spreekt men van resp. ‘Olfactorische’, ‘Gustatorie’ en ‘Tactiele’ hallucinaties. Alle drie minder vaak voorkomend en dan meestal in het kader van schizofrenie.

Schizofrenie:
Een diagnose waar een sfeer van onduidelijkheid over heen hangt, deels omdat het een verzamelbegrip is van allerlei problemen (waarvan we niet zeker weten hoe specifiek ze zijn, dwz bij elkaar horen en een gemeenschappelijk onderliggende oorzaak hebben) en bovendien in ernst variëren van zeer licht tot zeer ernstig, maar met als gemeenschappelijke kenmerk terugkerende psychotische periodes (lees: wanen en hallucinaties waardoor het contact met de realiteit zoals die door de meeste mensenword ervaren, tijdelijk verloren gaat).

In feite is schizofrenie een aangeboren geneigdheid om igv stress te reageren met psychose.

Eenmalige psychose: Iedereen kan wel eens een keer psychotisch worden, zeker bij gebruik van drugs of het doormaken van een lichamelijke ziekte Waarbij we het dan een delier noemen en in feite is ijlen igv koorts ook een psychotisch fenomeen).

Dat betekent dus nadrukkelijk niet dat men bij zo’n eenmalige psychose al meteen aan schizofrenie zou moeten denken.

Verdacht voor schizofrenie: Anders wordt dat als het al vaker is gebeurd, als het in de familie voorkomt en een bepaald typisch beloop heeft.

(Een relatief normale levensloop met een stagneren van de ontwikkeling in de adolescentie met terugtrekken uit sociale contacten, omkering slaap-waakritme, prikkelbaarheid, achterdocht, maatschappelijk niet meer meedoen, etc. en een eerste psychose rond het 20e levensjaar).

Positieve en negatieve symptomen: Een relevant onderscheid betreft nog de zgn. ‘positieve’ symptomen en ‘negatieve’ symptomen. Een wat merkwaardige benaming maar de woorden positief en negatieve hebben niets te maken met een waardeoordeel.

Onder positieve symptomen worden symptomen verstaan die er wel zijn maar er normaliter niet horen te zijn. Bijv. wanen en hallucinaties.
.

Negatieve symptomen zijn juist symptomen die er niet zijn maar er normaliter wel zouden moeten zijn, zoals het ontbreken van motivatie, ambitie, taakgerichtheid, zelfverzorging, zelfredzaamheid, etc.

Behandelbaarheid:

Positieve symptomen springen meer in het oog, hebben vaak iets te maken met een teveel aan dopamine in de hersenen en zijn gemakkelijker te behandelen, bijv. met antipsychotica. Middelen die de receptoren (aangrijpingspunten) voor dopamine in de hersenen blokkeren waardoor de dopamine minder aangrijpingspunten heeft en dus minder kan werken.
.

Negatieve symptomen vallen minder op, zijn vroeger ook vaker over het hoofd gezien maar zijn in feite veel bepalender voor de mate waarin iemand door zijn ziekte wordt beperkt (invaliditeit). Helaas zijn negatieve symptomen hardnekkiger en moeilijk te behandelen dan positieve symptomen.
.

De prognose van een psychotische stoornis zal dus (naast ernst en frequentie van de symptomen, motivatie voor behandeling, therapietrouw, kwaliteit van 1e en 2e milieu, etc.) vooral ook afhangen van de nadruk die ligt op de positieve dan wel negatieve symptomen. Een zeer complexe stoornis en niet voor niets binnen de psychiatrie een vak apart.

Second Opinion: Vanwege deze complexiteit, de mogelijke ernst en de verregaande consequenties voor de behandeling van een dergelijke diagnose hebben wij de gewoonte om bij een vermoeden van het bestaan van en dergelijke stoornis, een second opinion aan te vragen en de definitieve diagnose over te laten aan de terzake deskundige collega werkzaam binnen een gespecialiseerde afdeling van de volwassenenen psychiatrie.

Hetzelfde geldt voor de andere ‘Major Psychiatric Disorder’ Bipolaire stoornis ofwel Manisch depressieve Stoornis.

-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-

Interne links: (naar geassocieerde onderwerpen BINNEN deze website)

  • .

Externe links: (naar geassocieerde onderwerpen BUITEN deze website)

  • .
<INPUT TYPE="button" VALUE=" TERUG " onClick="history.go(-1);">